omkruipen

Conjugations List of Omkruipen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkruip omkroop omben omgekropen
jij, je, ukruipt omkroop ombent omgekropen
hij, zij, hetkruipt omkroop omis omgekropen
wijkruipen omkropen omzijn omgekropen
julliekruipen omkropen omzijn omgekropen
zij, zekruipen omkropen omzijn omgekropen

Presens

Example presens sentences for Omkruipen with some of the pronouns.

  • Ik kruip om de tafel heen tijdens het spel.
  • Je kruipt langzaam naar de finishlijn.
  • Hij kruipt door het smalle raam naar binnen.
  • Zij kruipen onder de deken om warm te blijven.
  • We kruipen op handen en knieĆ«n door de tunnel.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Omkruipen with some of the pronouns.

  • Ik kroop om de tafel heen tijdens het spel.
  • Je kroop langzaam naar de finishlijn.
  • Hij kroop door het smalle raam naar binnen.
  • Zij kropen onder de deken om warm te blijven.
  • We kropen op handen en knieĆ«n door de tunnel.

Perfectum

Example perfectum sentences for Omkruipen with some of the pronouns.

  • Ik ben om de tafel heen gekropen tijdens het spel.
  • Je bent langzaam naar de finishlijn gekropen.
  • Hij is door het smalle raam naar binnen gekropen.
  • Zij zijn onder de deken gekropen om warm te blijven.
  • We zijn op handen en knieĆ«n door de tunnel gekropen.