materialiseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | materialiseer | materialiseerde | heb gematerialiseerd |
jij, je, u | materialiseert | materialiseerde | hebt gematerialiseerd |
hij, zij, het | materialiseert | materialiseerde | heeft gematerialiseerd |
wij | materialiseren | materialiseerden | hebben gematerialiseerd |
jullie | materialiseren | materialiseerden | hebben gematerialiseerd |
zij, ze | materialiseren | materialiseerden | hebben gematerialiseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Materialiseren with some of the pronouns.
- Ik materialiseer de ideeën in tastbare producten.
- Jij materialiseert je dromen door hard te werken.
- Hij materialiseert zijn visie in zijn kunstwerken.
- Zij materialiseren hun plannen met behulp van moderne technologie.
- We materialiseren onze doelen stap voor stap.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Materialiseren with some of the pronouns.
- Ik materialiseerde de ideeën in tastbare producten.
- Jij materialiseerde je dromen door hard te werken.
- Hij materialiseerde zijn visie in zijn kunstwerken.
- Zij materialiseerden hun plannen met behulp van moderne technologie.
- We materialiseerden onze doelen stap voor stap.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Materialiseren with some of the pronouns.
- Ik heb de ideeën in tastbare producten gematerialiseerd.
- Jij hebt je dromen gerealiseerd door hard te werken.
- Hij heeft zijn visie in zijn kunstwerken verwezenlijkt.
- Zij hebben hun plannen met behulp van moderne technologie materialisiert.
- We hebben onze doelen stap voor stap gerealiseerd.