deformeren

Conjugations List of Deformeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdeformeerdeformeerdeheb gedeformeerd
jij, je, udeformeertdeformeerdehebt gedeformeerd
hij, zij, hetdeformeertdeformeerdeheeft gedeformeerd
wijdeformerendeformeerdenhebben gedeformeerd
julliedeformerendeformeerdenhebben gedeformeerd
zij, zedeformerendeformeerdenhebben gedeformeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Deformeren with some of the pronouns.

  • Ik deformeert het beeld.
  • Jij deformeert het papier.
  • Hij/Zij/Het deformeert de structuur.
  • Wij deformeren de vormen.
  • Jullie deformerent de materialen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Deformeren with some of the pronouns.

  • Ik deformeerde het beeld.
  • Jij deformeerde het papier.
  • Hij/Zij/Het deformeerde de structuur.
  • Wij deformeerden de vormen.
  • Jullie deformeerdent de materialen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Deformeren with some of the pronouns.

  • Ik heb het beeld gedeformeerd.
  • Jij hebt het papier gedeformeerd.
  • Hij/Zij/Het heeft de structuur gedeformeerd.
  • Wij hebben de vormen gedeformeerd.
  • Jullie hebben de materialen gedeformeerd.