klessebessen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | klessebes | klessebeste | heb geklessebest |
jij, je, u | klessebest | klessebeste | hebt geklessebest |
hij, zij, het | klessebest | klessebeste | heeft geklessebest |
wij | klessebessen | klessebesten | hebben geklessebest |
jullie | klessebessen | klessebesten | hebben geklessebest |
zij, ze | klessebessen | klessebesten | hebben geklessebest |
Presens
Example presens sentences for Klessebessen with some of the pronouns.
- Ik klessebes met mijn vrienden tijdens de lunchpauze.
- Jij klessebest graag over het laatste nieuws.
- Hij/Zij klessebest altijd als ik probeer te werken.
- Wij klessebessen vaak over films en tv-series.
- Jullie klessebessen gezellig in het café.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Klessebessen with some of the pronouns.
- Ik klessebesde altijd met mijn vrienden tijdens de lunchpauze.
- Jij klessebaste graag over het laatste nieuws.
- Hij/Zij klessebaste altijd toen ik probeerde te werken.
- Wij klessebessen vaak over films en tv-series.
- Jullie klessebessen gezellig in het café.
Perfectum
Example perfectum sentences for Klessebessen with some of the pronouns.
- Ik heb geklessebest met mijn vrienden tijdens de lunchpauze.
- Jij hebt graag geklessebest over het laatste nieuws.
- Hij/Zij heeft altijd geklessebest als ik probeerde te werken.
- Wij hebben vaak geklessebest over films en tv-series.
- Jullie hebben gezellig geklessebest in het café.