inblikken

Conjugations List of Inblikken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikblik inblikte inheb ingeblikt
jij, je, ublikt inblikte inhebt ingeblikt
hij, zij, hetblikt inblikte inheeft ingeblikt
wijblikken inblikten inhebben ingeblikt
jullieblikken inblikten inhebben ingeblikt
zij, zeblikken inblikten inhebben ingeblikt

Presens
Beta

Example presens sentences for Inblikken with some of the pronouns.

  • Ik blik in het voedsel in.
  • Jij blikt het voedsel in.
  • Hij/Zij/Het blikt het voedsel in.
  • Wij/U/Jullie/Zij blikken het voedsel in.
  • De leerlingen blikken het voedsel in.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Inblikken with some of the pronouns.

  • Ik blikte het voedsel in.
  • Jij blikte het voedsel in.
  • Hij/Zij/Het blikte het voedsel in.
  • Wij/U/Jullie/Zij blikten het voedsel in.
  • De leerlingen blikten het voedsel in.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Inblikken with some of the pronouns.

  • Ik heb het voedsel ingeblikt.
  • Jij hebt het voedsel ingeblikt.
  • Hij/Zij/Het heeft het voedsel ingeblikt.
  • Wij/U/Jullie/Zij hebben het voedsel ingeblikt.
  • De leerlingen hebben het voedsel ingeblikt.