bestippen

Conjugations List of Bestippen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbestipbestipteheb bestipt
jij, je, ubestiptbestiptehebt bestipt
hij, zij, hetbestiptbestipteheeft bestipt
wijbestippenbestiptenhebben bestipt
julliebestippenbestiptenhebben bestipt
zij, zebestippenbestiptenhebben bestipt

Presens
Beta

Example presens sentences for Bestippen with some of the pronouns.

  • Ik bestip de belangrijkste punten in mijn presentatie.
  • Jij bestipt de fouten in de tekst.
  • Hij/Zij bestipt de woorden die hij/zij niet begrijpt.
  • Wij bestippen de interessante passages in het boek.
  • Jullie bestippen de markeringen op de kaart.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bestippen with some of the pronouns.

  • Ik bestipte de belangrijkste punten in mijn presentatie.
  • Jij bestipte de fouten in de tekst.
  • Hij/Zij bestipte de woorden die hij/zij niet begreep.
  • Wij bestipten de interessante passages in het boek.
  • Jullie bestipten de markeringen op de kaart.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bestippen with some of the pronouns.

  • Ik heb de belangrijkste punten in mijn presentatie bestipt.
  • Jij hebt de fouten in de tekst bestipt.
  • Hij/Zij heeft de woorden die hij/zij niet begrijpt bestipt.
  • Wij hebben de interessante passages in het boek bestipt.
  • Jullie hebben de markeringen op de kaart bestipt.