denken

Conjugations List of Denken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdenkdachtheb gedacht
jij, je, udenktdachthebt gedacht
hij, zij, hetdenktdachtheeft gedacht
wijdenkendachtenhebben gedacht
julliedenkendachtenhebben gedacht
zij, zedenkendachtenhebben gedacht

Presens
Beta

Example presens sentences for Denken with some of the pronouns.

  • Ik denk dat het morgen mooi weer wordt.
  • Zij denken aan hun volgende vakantiebestemming.
  • Wij denken dat hij gelijk heeft.
  • Jullie denken toch niet dat ik dat zomaar vergeet?
  • De kinderen denken altijd na voordat ze een beslissing nemen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Denken with some of the pronouns.

  • Ik dacht vroeger dat ik alles kon bereiken.
  • Zij dachten altijd positief over de toekomst.
  • Wij dachten dat het feest om acht uur zou beginnen.
  • Jullie dachten dat we naar het strand zouden gaan.
  • De ouders dachten dat hun kinderen veilig waren.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Denken with some of the pronouns.

  • Ik heb gedacht dat het een goed idee was.
  • Zij hebben aan jou gedacht op je verjaardag.
  • Wij hebben veel nagedacht over de beste oplossing.
  • Jullie hebben niet gedacht aan de mogelijke gevolgen.
  • De docent heeft gedacht dat de studenten de opdracht begrepen.