opvolgen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | volg op | volgde op | heb opgevolgd |
jij, je, u | volgt op | volgde op | hebt opgevolgd |
hij, zij, het | volgt op | volgde op | heeft opgevolgd |
wij | volgen op | volgden op | hebben opgevolgd |
jullie | volgen op | volgden op | hebben opgevolgd |
zij, ze | volgen op | volgden op | hebben opgevolgd |
PresensBeta
Example presens sentences for Opvolgen with some of the pronouns.
- Ik volg mijn moeders advies op.
- Jij volgt de instructies nauwkeurig op.
- Hij/Zij volgt het nieuws dagelijks op.
- Wij volgen een cursus Nederlands op school.
- Zij volgen de ontwikkelingen in de markt op de voet.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Opvolgen with some of the pronouns.
- Toen ik jong was, volgde ik altijd het advies van mijn ouders op.
- Vroeger volgde ik vaak televisieseries op de voet.
- Hij/Zij volgde elke stap van het recept zorgvuldig op.
- Wij volgden vroeger altijd de nieuwsberichten op de radio op.
- Zij volgden de lessen van hun leraar aandachtig op.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Opvolgen with some of the pronouns.
- Ik heb mijn voorganger opgevolgd als teamleider.
- Jij hebt de richtlijnen goed opgevolgd.
- Hij/Zij heeft het voorbeeld van zijn mentor opgevolgd.
- Wij hebben de aanbevelingen van de consultant opgevolgd.
- Zij hebben de strategieën van het bedrijf succesvol opgevolgd.