aftypen

Conjugations List of Aftypen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktyp aftypte afheb afgetypt
jij, je, utypt aftypte afhebt afgetypt
hij, zij, hettypt aftypte afheeft afgetypt
wijtypen aftypten afhebben afgetypt
jullietypen aftypten afhebben afgetypt
zij, zetypen aftypten afhebben afgetypt

Presens
Beta

Example presens sentences for Aftypen with some of the pronouns.

  • Ik typ de tekst over.
  • Jij typt de tekst over.
  • Hij/Zij/Het typt de tekst over.
  • Wij typen de tekst over.
  • Jullie typen de tekst over.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aftypen with some of the pronouns.

  • Ik typte de tekst over.
  • Jij typte de tekst over.
  • Hij/Zij/Het typte de tekst over.
  • Wij typten de tekst over.
  • Jullie typten de tekst over.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aftypen with some of the pronouns.

  • Ik heb de tekst overgetypt.
  • Jij hebt de tekst overgetypt.
  • Hij/Zij/Het heeft de tekst overgetypt.
  • Wij hebben de tekst overgetypt.
  • Jullie hebben de tekst overgetypt.