verfijnen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verfijn | verfijnde | heb verfijnd |
jij, je, u | verfijnt | verfijnde | hebt verfijnd |
hij, zij, het | verfijnt | verfijnde | heeft verfijnd |
wij | verfijnen | verfijnden | hebben verfijnd |
jullie | verfijnen | verfijnden | hebben verfijnd |
zij, ze | verfijnen | verfijnden | hebben verfijnd |
Presens
Example presens sentences for Verfijnen with some of the pronouns.
- Ik verfijn mijn techniek om betere resultaten te behalen.
- Jij verfijnt je smaak met elke slok wijn.
- Hij verfijnt het recept door extra kruiden toe te voegen.
- Zij verfijnen hun producten voortdurend om aan de vraag van de klanten te voldoen.
- We verfijnen onze strategie om concurrentievoordeel te behouden.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Verfijnen with some of the pronouns.
- Vroeger verfijnde ik mijn schilderkunst met geduld en toewijding.
- Toen we jong waren, verfijnden we onze muzikale vaardigheden samen.
- Hij verfijnde zijn kennis door boeken te bestuderen.
- Zij verfijnden hun bedrijfsprocessen om efficiënter te worden.
- We verfijnden onze communicatiestrategie om duidelijker te kunnen overbrengen.
Perfectum
Example perfectum sentences for Verfijnen with some of the pronouns.
- Ik heb mijn vaardigheden verfijnd door jarenlange oefening.
- Jij bent naar de kookcursus gegaan en hebt je kooktechnieken verfijnd.
- Hij heeft zijn presentatie verfijnd voor een professionele uitstraling.
- Zij hebben de website verfijnd om de gebruikerservaring te verbeteren.
- We hebben ons ontwerp verfijnd op basis van feedback van klanten.