uitlokken

Conjugations List of Uitlokken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iklok uitlokte uitheb uitgelokt
jij, je, ulokt uitlokte uithebt uitgelokt
hij, zij, hetlokt uitlokte uitheeft uitgelokt
wijlokken uitlokten uithebben uitgelokt
jullielokken uitlokten uithebben uitgelokt
zij, zelokken uitlokten uithebben uitgelokt

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitlokken with some of the pronouns.

  • Ik lok een discussie uit over het onderwerp.
  • Jij lokt vaak ruzies uit met je opmerkingen.
  • Hij lokt altijd reacties uit met zijn controversiële uitspraken.
  • Zij lokken ongewenst gedrag uit door hun provocerende gedrag.
  • Wij lokken positieve reacties uit met onze vriendelijke benadering.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitlokken with some of the pronouns.

  • Ik lokte vaak discussies uit over dat onderwerp.
  • Jij lokte vroeger altijd ruzies uit met je opmerkingen.
  • Hij lokte altijd reacties uit met zijn controversiële uitspraken.
  • Zij lokten ongewenst gedrag uit met hun provocerende gedrag.
  • Wij lokten vaak positieve reacties uit met onze vriendelijke benadering.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitlokken with some of the pronouns.

  • Ik heb een hevige discussie uitgelokt tijdens de vergadering.
  • Jij hebt met je opmerkingen veel kritiek uitgelokt.
  • Hij heeft een storm van protesten uitgelokt met zijn controversiële acties.
  • Zij hebben met hun provocatieve gedrag negatieve reacties uitgelokt.
  • Wij hebben met onze vriendelijke houding positieve reacties uitgelokt.