doodhongeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | honger dood | hongerde dood | heb doodgehongerd |
jij, je, u | hongert dood | hongerde dood | hebt doodgehongerd |
hij, zij, het | hongert dood | hongerde dood | heeft doodgehongerd |
wij | hongeren dood | hongerden dood | hebben doodgehongerd |
jullie | hongeren dood | hongerden dood | hebben doodgehongerd |
zij, ze | hongeren dood | hongerden dood | hebben doodgehongerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Doodhongeren with some of the pronouns.
- Ik doodhonger
- Jij doodhongert
- Hij/Zij doodhongert
- Wij doodhongeren
- Jullie doodhongeren
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Doodhongeren with some of the pronouns.
- Ik hongerde dood
- Jij hongerde dood
- Hij/Zij hongerde dood
- Wij hongerden dood
- Jullie hongerden dood
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Doodhongeren with some of the pronouns.
- Ik heb doodgehungert
- Jij hebt doodgehungert
- Hij/Zij heeft doodgehungert
- Wij hebben doodgehungert
- Jullie hebben doodgehungert