doorlekken

Conjugations List of Doorlekken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iklek doorlekte doorheb doorgelekt
jij, je, ulekt doorlekte doorhebt doorgelekt
hij, zij, hetlekt doorlekte doorheeft doorgelekt
wijlekken doorlekten doorhebben doorgelekt
jullielekken doorlekten doorhebben doorgelekt
zij, zelekken doorlekten doorhebben doorgelekt

Presens
Beta

Example presens sentences for Doorlekken with some of the pronouns.

  • De lekkage lekt door in de kelder.
  • Ik lek door op mijn nieuwe schoenen.
  • Jij lekt door als je niet voorzichtig bent.
  • Hij/Zij/Het lekt door in de badkamer.
  • Wij lekken door in de regen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Doorlekken with some of the pronouns.

  • Toen ik jonger was, lekte ik vaak door tijdens de nacht.
  • Vroeger lekten de daken door tijdens zware regenval.
  • Terwijl we aan het kamperen waren, lekte de tent door.
  • Het oude gebouw lekte altijd door bij hevige wind.
  • Als het hard regende, lekte de emmer door.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Doorlekken with some of the pronouns.

  • Ik heb doorgelekt op mijn shirt.
  • De muur heeft doorgellekt tijdens de storm.
  • Hebben jullie ooit doorgelekt in de tent?
  • Zij hebben doorgelekt op het tapijt.
  • De leidingen zijn doorgelekt in de keuken.