doorsmeulen

Conjugations List of Doorsmeulen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksmeul doorsmeulde doorheb doorgesmeuld
jij, je, usmeult doorsmeulde doorhebt doorgesmeuld
hij, zij, hetsmeult doorsmeulde doorheeft doorgesmeuld
wijsmeulen doorsmeulden doorhebben doorgesmeuld
julliesmeulen doorsmeulden doorhebben doorgesmeuld
zij, zesmeulen doorsmeulden doorhebben doorgesmeuld

Presens

Example presens sentences for Doorsmeulen with some of the pronouns.

  • Ik smeul door tijdens de les.
  • Jij smeult door in de keuken.
  • Hij smeult door terwijl hij werkt.
  • Wij smeulen door op het strand.
  • Zij smeulen door in de tuin.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Doorsmeulen with some of the pronouns.

  • Ik smeulde door toen ik gestresst was.
  • Jij smeulde door tijdens de vergadering.
  • Hij smeulde door terwijl hij ziek was.
  • Wij smeulden door ondanks de regen.
  • Zij smeulden door tijdens de lange reis.

Perfectum

Example perfectum sentences for Doorsmeulen with some of the pronouns.

  • Ik heb doorgesmeuld in de nacht.
  • Jij hebt doorgesmeuld tijdens de vakantie.
  • Hij heeft doorgesmeuld bij het kampvuur.
  • Wij hebben doorgesmeuld op het feest.
  • Zij hebben doorgesmeuld tot in de vroege ochtend.