doorzagen

Conjugations List of Doorzagen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikzaag doorzaagde doorheb doorgezaagd
jij, je, uzaagt doorzaagde doorhebt doorgezaagd
hij, zij, hetzaagt doorzaagde doorheeft doorgezaagd
wijzagen doorzaagden doorhebben doorgezaagd
julliezagen doorzaagden doorhebben doorgezaagd
zij, zezagen doorzaagden doorhebben doorgezaagd

Presens

Example presens sentences for Doorzagen with some of the pronouns.

  • Ik zaag door in het hout.
  • Jij zaagt door in de discussie.
  • Hij zaagt door aan de takken.
  • Wij zagen door tijdens de presentatie.
  • Zij zagen door in de problemen.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Doorzagen with some of the pronouns.

  • Ik zaagde door in het hout.
  • Jij zaagde door in de discussie.
  • Hij zaagde door aan de takken.
  • Wij zaagden door tijdens de presentatie.
  • Zij zaagden door in de problemen.

Perfectum

Example perfectum sentences for Doorzagen with some of the pronouns.

  • Ik heb doorgezaagd in het hout.
  • Jij hebt doorgezaagd in de discussie.
  • Hij heeft doorgezaagd aan de takken.
  • Wij hebben doorgezaagd tijdens de presentatie.
  • Zij hebben doorgezaagd in de problemen.