onderkomen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | onderkom | onderkwam | ben onderkomen |
| jij, je, u | onderkomt | onderkwam | bent onderkomen |
| hij, zij, het | onderkomt | onderkwam | is onderkomen |
| wij | onderkomen | onderkwamen | zijn onderkomen |
| jullie | onderkomen | onderkwamen | zijn onderkomen |
| zij, ze | onderkomen | onderkwamen | zijn onderkomen |
PresensBeta
Example presens sentences for Onderkomen with some of the pronouns.
- Ik onderkom regelmatig bij mijn ouders.
- Jij onderkomt vaak in dit hotel.
- Hij/zij komt onder in de kelder.
- Wij onderkomen in een gezellige vakantiewoning.
- Zij onderkomen bij vrienden tijdens hun reis.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Onderkomen with some of the pronouns.
- Ik onderkwam altijd in dat hostel toen ik studeerde.
- Jij onderkwam regelmatig in dat café.
- Hij/zij onderkwam in een slechte buurt.
- Wij onderkwamen in verschillende hotels tijdens onze reis.
- Zij onderkwamen bij ons toen ze dakloos waren.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Onderkomen with some of the pronouns.
- Ik ben ondergekomen in een klein dorpje.
- Jij bent vorige week in een luxe hotel ondergekomen.
- Hij/zij is in de problemen ondergekomen.
- Wij zijn in een prachtig huisje ondergekomen.
- Zij zijn bij familie ondergekomen na de brand.