dreinen

Conjugations List of Dreinen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdreindreindeheb gedreind
jij, je, udreintdreindehebt gedreind
hij, zij, hetdreintdreindeheeft gedreind
wijdreinendreindenhebben gedreind
julliedreinendreindenhebben gedreind
zij, zedreinendreindenhebben gedreind

Presens
Beta

Example presens sentences for Dreinen with some of the pronouns.

  • Ik drein over het slechte weer.
  • Jij dreint altijd over kleine dingen.
  • Hij/zij dreint voortdurend om aandacht.
  • Wij dreinen tijdens de lange autorit.
  • Jullie dreinen te veel over onbelangrijke zaken.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Dreinen with some of the pronouns.

  • Ik dreinde vaak over mijn buurman.
  • Jij dreinde vroeger altijd over bedtijd.
  • Hij/zij dreinde regelmatig om speelgoed.
  • Wij dreinden lang geleden over schoolwerk.
  • Jullie dreinden veel over huiswerk in het verleden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Dreinen with some of the pronouns.

  • Ik heb gedreind over mijn gebroken telefoon.
  • Jij hebt altijd gedreind over je werk.
  • Hij/zij heeft constant gedreind om zijn/haar examens.
  • Wij hebben veel gedreind tijdens onze vakantie.
  • Jullie hebben te veel gedreind over het eten in het restaurant.