nutten

Conjugations List of Nutten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iknutnutteheb genut
jij, je, unutnuttehebt genut
hij, zij, hetnutnutteheeft genut
wijnuttennuttenhebben genut
jullienuttennuttenhebben genut
zij, zenuttennuttenhebben genut

Presens
Beta

Example presens sentences for Nutten with some of the pronouns.

  • Ik nut de tijd om te ontspannen.
  • Jij nut elke kans om te leren.
  • Hij/zij/het nut dagelijks van een gezond dieet.
  • Wij nutten onze vaardigheden in de praktijk.
  • Jullie nutten de mogelijkheden van technologie uit.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Nutten with some of the pronouns.

  • Vroeger nutte ik altijd van de vrije woensdagmiddagen.
  • Toen ik jong was, nutte ik veel van mijn tijd met lezen.
  • Hij/zij/het nutte regelmatig van de mogelijkheid om thuis te werken.
  • In die tijd nutten wij volop van het mooie weer.
  • Jullie nutten graag van de rustige avonden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Nutten with some of the pronouns.

  • Ik heb genut van mijn vakantie in Spanje.
  • Jij hebt de voordelen van sporten genut.
  • Hij/zij/het heeft de gelegenheid genut om te reizen.
  • Wij hebben de winst goed genut.
  • Jullie hebben de vrijheid van meningsuiting genut.