eisen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | eis | eiste | heb geƫist |
jij, je, u | eist | eiste | hebt geƫist |
hij, zij, het | eist | eiste | heeft geƫist |
wij | eisen | eisten | hebben geƫist |
jullie | eisen | eisten | hebben geƫist |
zij, ze | eisen | eisten | hebben geƫist |
Presens
Example presens sentences for Eisen with some of the pronouns.
- Ik eis dat je nu stopt met roken.
- Hij eist een vergoeding voor zijn schade.
- Wij eisen betere arbeidsvoorwaarden.
- Jullie eisen gelijkheid en rechtvaardigheid.
- De vakbond eist een hoger loon voor de werknemers.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Eisen with some of the pronouns.
- Vroeger eiste ik altijd mijn eigen manier van doen.
- Toen ik jong was, eiste ik aandacht van mijn ouders.
- Wij eisten meer vrijheid tijdens de revolutie.
- Jullie eisten uitleg voor het gedrag van je collega.
- De klant eiste een onmiddellijke oplossing voor het probleem.
Perfectum
Example perfectum sentences for Eisen with some of the pronouns.
- Ik heb geƫist dat hij zijn excuses aanbiedt.
- Hij heeft een oplossing geƫist voor het probleem.
- Wij hebben betere service geƫist van het bedrijf.
- Jullie hebben verandering geƫist, en die is gekomen.
- De demonstranten hebben gerechtigheid geƫist van de regering.