intikken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | tik in | tikte in | heb ingetikt |
jij, je, u | tikt in | tikte in | hebt ingetikt |
hij, zij, het | tikt in | tikte in | heeft ingetikt |
wij | tikken in | tikten in | hebben ingetikt |
jullie | tikken in | tikten in | hebben ingetikt |
zij, ze | tikken in | tikten in | hebben ingetikt |
PresensBeta
Example presens sentences for Intikken with some of the pronouns.
- Ik tik elke dag mijn code in.
- Jij tikt de woorden snel in op het toetsenbord.
- Hij tikt zijn adres in de navigatie-app.
- Zij tikt langzaam en voorzichtig de cijfers in.
- We tikken gezamenlijk de gegevens in het systeem.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Intikken with some of the pronouns.
- Vroeger tikte ik vaak verkeerde wachtwoorden in.
- Toen ik jong was, tikte ik alle telefoonnummers uit mijn hoofd in.
- Hij tikte altijd haastig de e-mails in de ochtend.
- Zij tikte vroeger met één vinger op het toetsenbord.
- We tikten ongeduldig de gegevens in het systeem terwijl de verbinding traag was.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Intikken with some of the pronouns.
- Ik heb gisteren mijn pincode ingetikt.
- Jij hebt al je gegevens correct ingetikt.
- Hij heeft de bestelling in het systeem ingetikt.
- Zij heeft de tekst nauwkeurig ingetikt.
- We hebben de foutieve informatie herhaaldelijk ingetikt.