emuleren

Conjugations List of Emuleren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikemuleeremuleerdeheb geƫmuleerd
jij, je, uemuleertemuleerdehebt geƫmuleerd
hij, zij, hetemuleertemuleerdeheeft geƫmuleerd
wijemulerenemuleerdenhebben geƫmuleerd
jullieemulerenemuleerdenhebben geƫmuleerd
zij, zeemulerenemuleerdenhebben geƫmuleerd

Presens

Example presens sentences for Emuleren with some of the pronouns.

  • Ik emuleer de nieuwste technologieĆ«n.
  • Jij emuleert het gedrag van je oudere broer.
  • Hij emuleert de stijl van zijn favoriete artiest.
  • Wij emuleren de succesvolle strategieĆ«n van andere bedrijven.
  • Zij emuleren de prestaties van het vorige team.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Emuleren with some of the pronouns.

  • Ik emuleerde de oude computerspellen toen ik jong was.
  • Jij emuleerde het levensstijlpatroon van een bekende sporter.
  • Hij emuleerde de klassieke muziek in zijn composities.
  • Wij emuleerden het teamwork van het vorige projectteam.
  • Zij emuleerden de traditionele ambachten in hun kunstwerken.

Perfectum

Example perfectum sentences for Emuleren with some of the pronouns.

  • Ik heb de nieuwe programmeertaal geĆ«muleerd.
  • Jij hebt het succesvolle project geĆ«muleerd.
  • Hij heeft de werkwijze van zijn mentor geĆ«muleerd.
  • Wij hebben de efficiĆ«nte werkmethode geĆ«muleerd.
  • Zij hebben de innovatieve benadering geĆ«muleerd.