exhorteren

Conjugations List of Exhorteren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikexhorteerexhorteerdeheb geƫxhorteerd
jij, je, uexhorteertexhorteerdehebt geƫxhorteerd
hij, zij, hetexhorteertexhorteerdeheeft geƫxhorteerd
wijexhorterenexhorteerdenhebben geƫxhorteerd
jullieexhorterenexhorteerdenhebben geƫxhorteerd
zij, zeexhorterenexhorteerdenhebben geƫxhorteerd

Presens

Example presens sentences for Exhorteren with some of the pronouns.

  • Ik exhor-teer mijn leerlingen om hun best te doen.
  • Jij exhor-teert de studenten om aandachtig te luisteren.
  • Hij/Zij exhor-teert ons om actie te ondernemen.
  • Wij exhor-te-ren jullie om verantwoordelijkheid te nemen.
  • Zij exhor-te-ren de mensen om bewust te worden van hun gedrag.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Exhorteren with some of the pronouns.

  • Vroeger exhor-teer-de ik mijn leerlingen om hun best te doen.
  • Vroeger exhor-teer-de jij de studenten om aandachtig te luisteren.
  • Vroeger exhor-teer-de hij/zij ons om actie te ondernemen.
  • Vroeger exhor-teer-den wij jullie om verantwoordelijkheid te nemen.
  • Vroeger exhor-teer-den zij de mensen om bewust te worden van hun gedrag.

Perfectum

Example perfectum sentences for Exhorteren with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn leerlingen aangemoedigd om hun best te doen.
  • Jij hebt de studenten aangespoord om aandachtig te luisteren.
  • Hij/Zij heeft ons aangezet tot actie.
  • Wij hebben jullie gestimuleerd om verantwoordelijkheid te nemen.
  • Zij hebben de mensen aangemaand om zich bewust te worden van hun gedrag.