functioneren

Conjugations List of Functioneren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikfunctioneerfunctioneerdeheb gefunctioneerd
jij, je, ufunctioneertfunctioneerdehebt gefunctioneerd
hij, zij, hetfunctioneertfunctioneerdeheeft gefunctioneerd
wijfunctionerenfunctioneerdenhebben gefunctioneerd
julliefunctionerenfunctioneerdenhebben gefunctioneerd
zij, zefunctionerenfunctioneerdenhebben gefunctioneerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Functioneren with some of the pronouns.

  • Ik functioneer goed op mijn werk.
  • Jij functioneert uitstekend in het team.
  • Hij functioneert als manager van het bedrijf.
  • Zij functioneert prima onder druk.
  • Wij functioneren efficiënt als een geoliede machine.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Functioneren with some of the pronouns.

  • Ik functioneerde goed voordat ik ziek werd.
  • Jij functioneerde uitstekend toen je nog bij ons werkte.
  • Hij functioneerde met veel enthousiasme in zijn vorige baan.
  • Zij functioneerde altijd prima onder druk tijdens de projecten.
  • Wij functioneerden efficiënt toen we nog samenwerkten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Functioneren with some of the pronouns.

  • Ik heb goed gefunctioneerd tijdens de presentatie.
  • Jij hebt uitstekend gefunctioneerd in de afgelopen projecten.
  • Hij heeft succesvol gefunctioneerd als leider van het team.
  • Zij heeft altijd prima gefunctioneerd in haar vorige functie.
  • Wij hebben efficiënt gefunctioneerd om de deadline te halen.