hardmaken

Conjugations List of Hardmaken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmaak hardmaakte hardheb hardgemaakt
jij, je, umaakt hardmaakte hardhebt hardgemaakt
hij, zij, hetmaakt hardmaakte hardheeft hardgemaakt
wijmaken hardmaakten hardhebben hardgemaakt
julliemaken hardmaakten hardhebben hardgemaakt
zij, zemaken hardmaakten hardhebben hardgemaakt

Presens
Beta

Example presens sentences for Hardmaken with some of the pronouns.

  • Ik maak het hard met een hamer.
  • Jij maakt het hard door erop te stampen.
  • Hij maakt het hard door het te verwarmen.
  • Wij maken het hard door het te bevriezen.
  • Zij maken het hard met behulp van chemicaliën.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Hardmaken with some of the pronouns.

  • Ik maakte het hard met een hamer.
  • Jij maakte het hard door erop te stampen.
  • Hij maakte het hard door het te verwarmen.
  • Wij maakten het hard door het te bevriezen.
  • Zij maakten het hard met behulp van chemicaliën.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Hardmaken with some of the pronouns.

  • Ik heb het hardgemaakt met een hamer.
  • Jij hebt het hardgemaakt door erop te stampen.
  • Hij heeft het hardgemaakt door het te verwarmen.
  • Wij hebben het hardgemaakt door het te bevriezen.
  • Zij hebben het hardgemaakt met behulp van chemicaliën.