omverwaaien

Conjugations List of Omverwaaien.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikwaai omverwaaide omver;woei omverben omvergewaaid
jij, je, uwaait omverwaaide omver;woei omverbent omvergewaaid
hij, zij, hetwaait omverwaaide omver;woei omveris omvergewaaid
wijwaaien omverwaaiden omver;woeien omverzijn omvergewaaid
julliewaaien omverwaaiden omver;woeien omverzijn omvergewaaid
zij, zewaaien omverwaaiden omver;woeien omverzijn omvergewaaid

Presens
Beta

Example presens sentences for Omverwaaien with some of the pronouns.

  • De bladeren waaien omver.
  • Ik waai de kaarsen omver.
  • Zij waaien de parasol omver.
  • De wind waait het zand omver.
  • Wij waaien de ballonnen omver.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Omverwaaien with some of the pronouns.

  • De bladeren waaiden omver.
  • Ik waaide de kaarsen omver.
  • Zij waaiden de parasol omver.
  • De wind waaide het zand omver.
  • Wij waaiden de ballonnen omver.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Omverwaaien with some of the pronouns.

  • De bladeren zijn omvergewaaid.
  • Ik heb de kaarsen omvergewaaid.
  • Zij hebben de parasol omvergewaaid.
  • De wind heeft het zand omvergewaaid.
  • Wij hebben de ballonnen omvergewaaid.