herstellen

Conjugations List of Herstellen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikherstelhersteldeheb hersteld
jij, je, uherstelthersteldehebt hersteld
hij, zij, hetherstelthersteldeheeft hersteld
wijherstellenhersteldenhebben hersteld
jullieherstellenhersteldenhebben hersteld
zij, zeherstellenhersteldenhebben hersteld

Presens
Beta

Example presens sentences for Herstellen with some of the pronouns.

  • Ik herstel de kapotte stoel.
  • Hij herstelt zijn oude fiets.
  • Zij herstellen de beschadigde muur.
  • Wij herstellen de gebroken tafel.
  • Jullie herstellen de lekkende kraan.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Herstellen with some of the pronouns.

  • Ik herstelde de kapotte stoel.
  • Hij herstelde zijn oude fiets.
  • Zij herstelden de beschadigde muur.
  • Wij herstelden de gebroken tafel.
  • Jullie herstelden de lekkende kraan.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Herstellen with some of the pronouns.

  • Ik heb de kapotte stoel hersteld.
  • Hij heeft zijn oude fiets hersteld.
  • Zij hebben de beschadigde muur hersteld.
  • Wij hebben de gebroken tafel hersteld.
  • Jullie hebben de lekkende kraan hersteld.