herverkavelen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | herverkavel | herverkavelde | heb herverkaveld |
jij, je, u | herverkavelt | herverkavelde | hebt herverkaveld |
hij, zij, het | herverkavelt | herverkavelde | heeft herverkaveld |
wij | herverkavelen | herverkavelden | hebben herverkaveld |
jullie | herverkavelen | herverkavelden | hebben herverkaveld |
zij, ze | herverkavelen | herverkavelden | hebben herverkaveld |
PresensBeta
Example presens sentences for Herverkavelen with some of the pronouns.
- Ik herverkavel
- Jij herverkavelt
- Hij/Zij herverkavelt
- Wij herverkavelen
- Jullie herverkavelen
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Herverkavelen with some of the pronouns.
- Ik hervorkavelde
- Jij hervorkavelde
- Hij/Zij hervorkavelde
- Wij hervorkavelden
- Jullie hervorkavelden
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Herverkavelen with some of the pronouns.
- Ik heb hervorkaveld
- Jij hebt hervorkaveld
- Hij/Zij heeft hervorkaveld
- Wij hebben hervorkaveld
- Jullie hebben hervorkaveld