hippen

Conjugations List of Hippen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhiphipteheb gehipt
jij, je, uhipthiptehebt gehipt
hij, zij, hethipthipteheeft gehipt
wijhippenhiptenhebben gehipt
julliehippenhiptenhebben gehipt
zij, zehippenhiptenhebben gehipt

Presens
Beta

Example presens sentences for Hippen with some of the pronouns.

  • Ik hip
  • Jij hipt
  • Hij/zij/het hipt
  • Wij/jullie/zij hippen

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Hippen with some of the pronouns.

  • Ik hipte
  • Jij hipte
  • Hij/zij/het hipte
  • Wij/jullie/zij hippen

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Hippen with some of the pronouns.

  • Ik heb gehipt
  • Jij hebt gehipt
  • Hij/zij/het heeft gehipt
  • Wij/jullie/zij hebben gehipt