indopen

Conjugations List of Indopen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdoop indoopte inheb ingedoopt
jij, je, udoopt indoopte inhebt ingedoopt
hij, zij, hetdoopt indoopte inheeft ingedoopt
wijdopen indoopten inhebben ingedoopt
julliedopen indoopten inhebben ingedoopt
zij, zedopen indoopten inhebben ingedoopt

Presens
Beta

Example presens sentences for Indopen with some of the pronouns.

  • Ik dop de baby ind.
  • Jij doopt de baby in.
  • Hij/Zij doopt de baby in.
  • Wij dopen de baby in.
  • Zij dopen de baby in.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Indopen with some of the pronouns.

  • Ik doopte de baby in.
  • Jij doopte de baby in.
  • Hij/Zij doopte de baby in.
  • Wij dopen de baby in.
  • Zij dopen de baby in.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Indopen with some of the pronouns.

  • Ik heb de baby ingedoopt.
  • Jij hebt de baby ingedoopt.
  • Hij/Zij heeft de baby ingedoopt.
  • Wij hebben de baby ingedoopt.
  • Zij hebben de baby ingedoopt.