rechtstaan

Conjugations List of Rechtstaan.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksta rechtstond rechtben rechtgestaan
jij, je, ustaat rechtstond rechtbent rechtgestaan
hij, zij, hetstaat rechtstond rechtis rechtgestaan
wijstaan rechtstonden rechtzijn rechtgestaan
julliestaan rechtstonden rechtzijn rechtgestaan
zij, zestaan rechtstonden rechtzijn rechtgestaan

Presens
Beta

Example presens sentences for Rechtstaan with some of the pronouns.

  • Ik sta recht op tijdens de ochtendgymnastiek.
  • Jij staat recht als de bel gaat.
  • Hij staat recht voor zijn mening.
  • Wij staan recht tijdens het volkslied.
  • Zij staan recht wanneer de spreker binnenkomt.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Rechtstaan with some of the pronouns.

  • Ik stond recht toen de deurbel ging.
  • Jij stond recht tijdens de toespraak van de directeur.
  • Hij stond recht uit respect voor de ouderen.
  • Wij stonden recht tijdens het applaus.
  • Zij stonden recht toen de muziek begon.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Rechtstaan with some of the pronouns.

  • Ik ben rechtgestaan toen de wekker afging.
  • Jij bent rechtgestaan na een lange vergadering.
  • Hij is rechtgestaan om een telefoontje te beantwoorden.
  • Wij zijn rechtgestaan om onze benen te strekken.
  • Zij zijn rechtgestaan voordat ze naar bed gingen.