ineenslaan

Conjugations List of Ineenslaan.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksla ineensloeg ineenheb ineengeslagen
jij, je, uslaat ineensloeg ineenhebt ineengeslagen
hij, zij, hetslaat ineensloeg ineenheeft ineengeslagen
wijslaan ineensloegen ineenhebben ineengeslagen
jullieslaan ineensloegen ineenhebben ineengeslagen
zij, zeslaan ineensloegen ineenhebben ineengeslagen

Presens
Beta

Example presens sentences for Ineenslaan with some of the pronouns.

  • Ik sla ineens
  • Jij slaat ineens
  • Hij/Zij/Het slaat ineens
  • Wij slaan ineens
  • Jullie slaan ineens

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ineenslaan with some of the pronouns.

  • Ik sloeg ineens
  • Jij sloeg ineens
  • Hij/Zij/Het sloeg ineens
  • Wij sloegen ineens
  • Jullie sloegen ineens

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ineenslaan with some of the pronouns.

  • Ik heb ineengeslagen
  • Jij hebt ineengeslagen
  • Hij/Zij/Het heeft ineengeslagen
  • Wij hebben ineengeslagen
  • Jullie hebben ineengeslagen