ingroeien

Conjugations List of Ingroeien.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikgroei ingroeide inben ingegroeid
jij, je, ugroeit ingroeide inbent ingegroeid
hij, zij, hetgroeit ingroeide inis ingegroeid
wijgroeien ingroeiden inzijn ingegroeid
julliegroeien ingroeiden inzijn ingegroeid
zij, zegroeien ingroeiden inzijn ingegroeid

Presens
Beta

Example presens sentences for Ingroeien with some of the pronouns.

  • Ik groei in mijn nieuwe baan.
  • Jij groeit snel in je rol als leider.
  • Hij groeit op in een klein dorpje.
  • Zij groeien samen op als beste vrienden.
  • Wij groeien steeds meer naar elkaar toe.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ingroeien with some of the pronouns.

  • Ik groeide op in een klein dorpje.
  • Jij groeide snel in je rol als leider.
  • Hij groeide in zijn functie bij het bedrijf.
  • Zij groeiden samen op als beste vrienden.
  • Wij groeiden uit tot een hecht team.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ingroeien with some of the pronouns.

  • Ik ben ingegroeid in mijn nieuwe baan.
  • Jij bent snel ingegroeid in je rol als leider.
  • Hij is opgegroeid in een klein dorpje.
  • Zij zijn samen opgegroeid als beste vrienden.
  • Wij zijn steeds meer naar elkaar toegegroeid.