inpalmen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | palm in | palmde in | heb ingepalmd |
jij, je, u | palmt in | palmde in | hebt ingepalmd |
hij, zij, het | palmt in | palmde in | heeft ingepalmd |
wij | palmen in | palmden in | hebben ingepalmd |
jullie | palmen in | palmden in | hebben ingepalmd |
zij, ze | palmen in | palmden in | hebben ingepalmd |
PresensBeta
Example presens sentences for Inpalmen with some of the pronouns.
- Ik palm in tijdens de vergadering.
- Jij palmt in bij elke gelegenheid.
- Hij/Zij palmt in met zijn/haar charme.
- Wij palmen in met overtuigende argumenten.
- Zij palmen in door cadeaus te geven.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Inpalmen with some of the pronouns.
- Ik palmd in terwijl ze niet keken.
- Jij palmde in voordat iemand het doorhad.
- Hij/Zij palmde in alsof het de normaalste zaak van de wereld was.
- Wij palmdden in met een glimlach op ons gezicht.
- Zij palmdden in alsof ze al jaren ervaring hadden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Inpalmen with some of the pronouns.
- Ik heb ingepalmd wat ik wilde hebben.
- Jij hebt de klant ingepalmd met je presentatie.
- Hij/Zij heeft de jury ingepalmd met zijn/haar talent.
- Wij hebben de deal ingepalmd door goed te onderhandelen.
- Zij hebben de aandacht van het publiek ingepalmd.