inperken

Conjugations List of Inperken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikperk inperkte inheb ingeperkt
jij, je, uperkt inperkte inhebt ingeperkt
hij, zij, hetperkt inperkte inheeft ingeperkt
wijperken inperkten inhebben ingeperkt
jullieperken inperkten inhebben ingeperkt
zij, zeperken inperkten inhebben ingeperkt

Presens
Beta

Example presens sentences for Inperken with some of the pronouns.

  • Ik beperk mijn tijd op sociale media in.
  • Jij beperkt je uitgaven deze maand.
  • Hij beperkt zijn contact met zijn ex-partner.
  • Wij beperken het gebruik van plastic zakken.
  • Zij beperken de toegang tot het gebouw.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Inperken with some of the pronouns.

  • Ik beperkte mijn voedselinname tijdens het dieet.
  • Jij beperkte je studietijd tot enkele uren per dag.
  • Hij beperkte zich tot het geven van advies.
  • Wij beperkten ons tot de hoofdpunten in onze presentatie.
  • Zij beperkten de vrijheid van meningsuiting.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Inperken with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn aankopen beperkt.
  • Jij hebt je activiteiten ingeperkt.
  • Hij heeft zijn reisplannen beperkt.
  • Wij hebben de kosten beperkt.
  • Zij hebben de schade weten in te perken.