baratteren

Conjugations List of Baratteren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbaratteerbaratteerdeheb gebaratteerd
jij, je, ubaratteertbaratteerdehebt gebaratteerd
hij, zij, hetbaratteertbaratteerdeheeft gebaratteerd
wijbaratterenbaratteerdenhebben gebaratteerd
julliebaratterenbaratteerdenhebben gebaratteerd
zij, zebaratterenbaratteerdenhebben gebaratteerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Baratteren with some of the pronouns.

  • Ik baratter
  • Jij baratert
  • Hij/Zij baratert
  • Wij baratteren
  • Jullie baratteren

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Baratteren with some of the pronouns.

  • Ik heb gebaratterd
  • Jij hebt gebaratterd
  • Hij/Zij heeft gebaratterd