revideren

Conjugations List of Revideren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikrevideerrevideerdeheb gerevideerd
jij, je, urevideertrevideerdehebt gerevideerd
hij, zij, hetrevideertrevideerdeheeft gerevideerd
wijreviderenrevideerdenhebben gerevideerd
julliereviderenrevideerdenhebben gerevideerd
zij, zereviderenrevideerdenhebben gerevideerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Revideren with some of the pronouns.

  • Ik reviseer de tekst voor de presentatie.
  • Jij reviseert regelmatig je aantekeningen.
  • Hij/Zij/Het reviseert zijn/haar werk grondig.
  • Wij reviseren samen het hoofdstuk over grammatica.
  • Jullie reviseren de teksten voordat jullie ze inleveren.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Revideren with some of the pronouns.

  • Ik reviseerde mijn opdracht toen ik een fout ontdekte.
  • Jij reviseerde vroeger vaak je werk voordat je het inleverde.
  • Hij/Zij/Het reviseerde zijn/haar notities na elke les.
  • Wij reviseerden de teksten terwijl we aan het schrijven waren.
  • Jullie reviseerden de documenten zorgvuldig voordat je ze verstuurde.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Revideren with some of the pronouns.

  • Ik heb de tekst gereviseerd voordat ik hem indiende.
  • Jij hebt je scriptie al gereviseerd, toch?
  • Hij/Zij/Het heeft zijn/haar werk meerdere keren gereviseerd.
  • Wij hebben de documenten grondig gereviseerd voordat we ze verzonden.
  • Jullie hebben alle fouten in de tekst gereviseerd.