veroorzaken

Conjugations List of Veroorzaken.
	Presens	Imperfectum	Perfectum
ik	veroorzaak	veroorzaakte	heb veroorzaakt
jij, je, u	veroorzaakt	veroorzaakte	hebt veroorzaakt
hij, zij, het	veroorzaakt	veroorzaakte	heeft veroorzaakt
wij	veroorzaken	veroorzaakten	hebben veroorzaakt
jullie	veroorzaken	veroorzaakten	hebben veroorzaakt
zij, ze	veroorzaken	veroorzaakten	hebben veroorzaakt

Presens
Beta

Example presens sentences for Veroorzaken with some of the pronouns.

Het veroorzaakt veel problemen in de samenleving.
De vervuiling veroorzaakt schade aan het milieu.
Stress kan gezondheidsproblemen veroorzaken.
Slechte voeding kan obesitas veroorzaken.
Een gebrek aan slaap kan concentratieproblemen veroorzaken.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Veroorzaken with some of the pronouns.

De economische crisis veroorzaakte veel werkloosheid.
In het verleden veroorzaakten ziektes veel leed.
De oorlog veroorzaakte immense menselijke tragedie.
De rampzalige overstroming veroorzaakte chaos en vernietiging.
De foutieve berekeningen veroorzaakten grote problemen in het project.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Veroorzaken with some of the pronouns.

De hevige storm heeft grote schade veroorzaakt aan de huizen.
Het ongeluk heeft ernstige verwondingen veroorzaakt.
De brand heeft enorme verwoesting veroorzaakt.
De diefstal heeft veel financiële schade veroorzaakt.
De aardbeving heeft paniek onder de bevolking veroorzaakt.

Random Verbs