spieken

Conjugations List of Spieken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikspiekspiekteheb gespiekt
jij, je, uspiektspiektehebt gespiekt
hij, zij, hetspiektspiekteheeft gespiekt
wijspiekenspiektenhebben gespiekt
julliespiekenspiektenhebben gespiekt
zij, zespiekenspiektenhebben gespiekt

Presens
Beta

Example presens sentences for Spieken with some of the pronouns.

  • Ik spiek tijdens de toets.
  • Jij spiekt altijd bij het maken van huiswerk.
  • Hij spiekt regelmatig op zijn telefoon.
  • Zij spieken samen om goede cijfers te halen.
  • Wij spieken nooit, we doen ons werk eerlijk.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Spieken with some of the pronouns.

  • Ik spiekte tijdens de toets.
  • Jij spiekte altijd bij het maken van huiswerk.
  • Hij spiekte regelmatig op zijn telefoon.
  • Zij spiekten samen om goede cijfers te halen.
  • Wij spiekten nooit, we deden ons werk eerlijk.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Spieken with some of the pronouns.

  • Ik heb gespiekt tijdens de toets.
  • Jij hebt altijd gespiekt bij het maken van huiswerk.
  • Hij heeft regelmatig op zijn telefoon gespiekt.
  • Zij hebben samen gespiekt om goede cijfers te halen.
  • Wij hebben nooit gespiekt, we hebben ons werk eerlijk gedaan.