boeken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | boek | boekte | heb geboekt |
jij, je, u | boekt | boekte | hebt geboekt |
hij, zij, het | boekt | boekte | heeft geboekt |
wij | boeken | boekten | hebben geboekt |
jullie | boeken | boekten | hebben geboekt |
zij, ze | boeken | boekten | hebben geboekt |
PresensBeta
Example presens sentences for Boeken with some of the pronouns.
- Ik boek een vakantie naar Spanje.
- Hij boekt een hotelkamer voor het weekend.
- Wij boeken tickets voor de concerten.
- Jullie boeken een tafel in het restaurant.
- Zij boeken een rondleiding door de stad.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Boeken with some of the pronouns.
- Vroeger boekte ik altijd een appartement voor mijn vakanties.
- Toen boekte hij regelmatig reizen naar exotische bestemmingen.
- Vroeger boekten wij altijd onze treintickets online.
- In het verleden boekten jullie vaak last-minute deals.
- Toen boekten zij elke zomer een campingplaats aan de kust.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Boeken with some of the pronouns.
- Ik heb een vlucht geboekt naar Parijs.
- Hij heeft een accommodatie geboekt voor de vakantie.
- Wij hebben kaartjes geboekt voor de musical.
- Jullie hebben een auto gehuurd bij het boekingskantoor.
- Zij hebben een boottocht geboekt op het meer.