inspitten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | spit in | spitte in | heb ingespit |
jij, je, u | spit in | spitte in | hebt ingespit |
hij, zij, het | spit in | spitte in | heeft ingespit |
wij | spitten in | spitten in | hebben ingespit |
jullie | spitten in | spitten in | hebben ingespit |
zij, ze | spitten in | spitten in | hebben ingespit |
PresensBeta
Example presens sentences for Inspitten with some of the pronouns.
- Ik spit inspiratie in mijn lessen.
- Jij spitt inspiratie in je werk.
- Hij/Zij/Het spit inspiratie in zijn/haar projecten.
- Wij spitten inspiratie in onze presentaties.
- Jullie spitten inspiratie in jullie creatieve uitingen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Inspitten with some of the pronouns.
- Ik spitte inspiratie in mijn lessen.
- Jij spitte inspiratie in je werk.
- Hij/Zij/Het spitte inspiratie in zijn/haar projecten.
- Wij spitten inspiratie in onze presentaties.
- Jullie spitten inspiratie in jullie creatieve uitingen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Inspitten with some of the pronouns.
- Ik heb inspiratie ingespit in mijn lessen.
- Jij hebt inspiratie ingespit in je werk.
- Hij/Zij/Het heeft inspiratie ingespit in zijn/haar projecten.
- Wij hebben inspiratie ingespit in onze presentaties.
- Jullie hebben inspiratie ingespit in jullie creatieve uitingen.