kalligraferen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kalligrafeer | kalligrafeerde | heb gekalligrafeerd |
jij, je, u | kalligrafeert | kalligrafeerde | hebt gekalligrafeerd |
hij, zij, het | kalligrafeert | kalligrafeerde | heeft gekalligrafeerd |
wij | kalligraferen | kalligrafeerden | hebben gekalligrafeerd |
jullie | kalligraferen | kalligrafeerden | hebben gekalligrafeerd |
zij, ze | kalligraferen | kalligrafeerden | hebben gekalligrafeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Kalligraferen with some of the pronouns.
- Ik kalligrafeer mooie letters.
- Jij kalligrafeert met veel precisie.
- Hij kalligrafeert graag kalligrafieën.
- Zij kalligraferen prachtige kunstwerken.
- We kalligraferen elke week op de cursus.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Kalligraferen with some of the pronouns.
- Ik kalligrafeerde toen nog met potlood.
- Jij kalligrafeerde vroeger veel voor vrienden.
- Hij kalligrafeerde regelmatig tijdens zijn studie.
- Zij kalligrafeerden als hobby in hun vrije tijd.
- We kalligrafeerden samen op de middelbare school.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Kalligraferen with some of the pronouns.
- Ik heb mooie letters gekalligrafeerd.
- Jij hebt met veel precisie gekalligrafeerd.
- Hij heeft graag kalligrafieën gekalligrafeerd.
- Zij hebben prachtige kunstwerken gekalligrafeerd.
- We hebben elke week op de cursus gekalligrafeerd.