presenteren

Conjugations List of Presenteren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikpresenteerpresenteerdeheb gepresenteerd
jij, je, upresenteertpresenteerdehebt gepresenteerd
hij, zij, hetpresenteertpresenteerdeheeft gepresenteerd
wijpresenterenpresenteerdenhebben gepresenteerd
julliepresenterenpresenteerdenhebben gepresenteerd
zij, zepresenterenpresenteerdenhebben gepresenteerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Presenteren with some of the pronouns.

  • Ik presenteer mijn nieuwste project aan het team.
  • Jij presenteert je onderzoek tijdens de conferentie.
  • Hij presenteert de resultaten van het experiment aan de directeur.
  • Zij presenteren een nieuwe strategie voor het bedrijf.
  • Wij presenteren ons idee aan de investeerders.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Presenteren with some of the pronouns.

  • Vroeger presenteerde ik regelmatig op lokale evenementen.
  • Jij presenteerde altijd met zoveel enthousiasme.
  • Hij presenteerde de show alsof hij een professional was.
  • Zij presenteerden samen op het podium.
  • Wij presenteerden vorig jaar op dezelfde conferentie.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Presenteren with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn presentatie al eerder aan hen gepresenteerd.
  • Jij hebt jouw scriptie succesvol gepresenteerd.
  • Hij heeft de award voor beste presentator gewonnen.
  • Zij heeft haar ontwerp aan de jury gepresenteerd.
  • Wij hebben onze plannen aan het publiek gepresenteerd.