mijmeren

Conjugations List of Mijmeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmijmermijmerdeheb gemijmerd
jij, je, umijmertmijmerdehebt gemijmerd
hij, zij, hetmijmertmijmerdeheeft gemijmerd
wijmijmerenmijmerdenhebben gemijmerd
julliemijmerenmijmerdenhebben gemijmerd
zij, zemijmerenmijmerdenhebben gemijmerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Mijmeren with some of the pronouns.

  • Ik mijmer over de schoonheid van de natuur.
  • Jij mijmert vaak over de toekomst.
  • Hij mijmert graag in zijn vrije tijd.
  • Zij mijmeren samen over hun jeugdherinneringen.
  • Wij mijmeren onder de sterrenhemel.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Mijmeren with some of the pronouns.

  • Ik mijmerde elke avond voor het slapengaan.
  • Jij mijmerde regelmatig tijdens de lessen.
  • Hij mijmerde over zijn verloren liefde.
  • Zij mijmerden samen over hun gedeelde passies.
  • Wij mijmerden urenlang op het strand.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Mijmeren with some of the pronouns.

  • Ik heb gemijmerd over mijn levensdoelen.
  • Jij hebt vaak gemijmerd over de betekenis van het leven.
  • Hij heeft lang gemijmerd voordat hij een beslissing nam.
  • Zij hebben gezamenlijk gemijmerd over hun vakantieplannen.
  • Wij hebben intensief gemijmerd over de problemen in de wereld.