kladschilderen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kladschilder | kladschilderde | heb gekladschilderd |
jij, je, u | kladschildert | kladschilderde | hebt gekladschilderd |
hij, zij, het | kladschildert | kladschilderde | heeft gekladschilderd |
wij | kladschilderen | kladschilderden | hebben gekladschilderd |
jullie | kladschilderen | kladschilderden | hebben gekladschilderd |
zij, ze | kladschilderen | kladschilderden | hebben gekladschilderd |
PresensBeta
Example presens sentences for Kladschilderen with some of the pronouns.
- Ik kladverf de muur in mijn huis.
- Jij kladverft graag op papier.
- Hij kladverft de schutting in de tuin.
- Wij kladverven het plafond in de kamer.
- Zij kladverven de meubels voor de renovatie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Kladschilderen with some of the pronouns.
- Ik kladschilderde regelmatig op de muren van mijn huis.
- Jij kladschilderde vroeger vaak op papier.
- Hij kladschilderde de schutting in de tuin elk jaar.
- Wij kladschilderden het plafond in de kamer tijdens de verbouwing.
- Zij kladschilderden de meubels voor de renovatie met veel zorg.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Kladschilderen with some of the pronouns.
- Ik heb de muur in mijn huis gekladschilderd.
- Jij hebt graag op papier gekladschilderd.
- Hij heeft de schutting in de tuin gekladschilderd.
- Wij hebben het plafond in de kamer gekladschilderd.
- Zij hebben de meubels voor de renovatie gekladschilderd.