loskomen

Conjugations List of Loskomen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkom loskwam losben losgekomen
jij, je, ukomt loskwam losbent losgekomen
hij, zij, hetkomt loskwam losis losgekomen
wijkomen loskwamen loszijn losgekomen
julliekomen loskwamen loszijn losgekomen
zij, zekomen loskwamen loszijn losgekomen

Presens
Beta

Example presens sentences for Loskomen with some of the pronouns.

  • Ik kom los van de drukte en geniet van de stilte.
  • Jij komt los van je angsten en neemt nieuwe uitdagingen aan.
  • Hij/zij/het komt los van zijn/haar verleden en richt zich op de toekomst.
  • Wij komen los van de oude gewoontes en proberen iets nieuws.
  • Jullie komen los van de beperkingen en streven naar vrijheid.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Loskomen with some of the pronouns.

  • Toen ik jong was, kwam ik los van mijn ouders en ging op eigen avontuur.
  • Vroeger kwam jij los van je verlegenheid en werd zelfverzekerd.
  • Hij/zij/het kwam los van zijn/haar verleden en begon een nieuw hoofdstuk.
  • In die tijd kwamen wij los van de traditionele normen en zochten onze eigen weg.
  • Jullie kwamen los van de dagelijkse sleur en ontdekten nieuwe passies.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Loskomen with some of the pronouns.

  • Ik ben losgekomen van mijn slechte gewoontes.
  • Jij bent losgekomen van de negatieve invloeden.
  • Hij/zij/het is losgekomen van zijn/haar afhankelijkheid.
  • Wij zijn losgekomen van de ketenen die ons tegenhielden.
  • Jullie zijn losgekomen van de beperkingen en hebben nieuwe kansen benut.