shockeren

Conjugations List of Shockeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikshockeershockeerdeheb geshockeerd
jij, je, ushockeertshockeerdehebt geshockeerd
hij, zij, hetshockeertshockeerdeheeft geshockeerd
wijshockerenshockeerdenhebben geshockeerd
jullieshockerenshockeerdenhebben geshockeerd
zij, zeshockerenshockeerdenhebben geshockeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Shockeren with some of the pronouns.

  • Ik shockeer de mensen met mijn gedurfde uitspraken.
  • Jij shockeert iedereen met je onverwachte acties.
  • Hij/zij shockeert de samenleving met zijn/haar controversiële kunst.
  • Wij shockeren het publiek met onze radicale ideeën.
  • Jullie shockeren anderen met jullie extreme standpunten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Shockeren with some of the pronouns.

  • Vroeger shockeerde ik mensen met mijn rebelse houding.
  • Jij shockeerde iedereen tijdens dat evenement met je onconventionele optreden.
  • Hij/zij shockeerde de samenleving toen hij/zij zijn/haar controversiële boek publiceerde.
  • Wij shockeerden het publiek regelmatig met onze gedurfde stellingnames.
  • Jullie shockeerden anderen met jullie schokkende onthullingen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Shockeren with some of the pronouns.

  • Ik heb de mensen vorige week geshockeerd met mijn gewaagde performance.
  • Jij hebt iedereen al eerder geshockeerd met je scherpe opmerkingen.
  • Hij/zij heeft de samenleving al meerdere keren geshockeerd met zijn/haar provocatieve gedrag.
  • Wij hebben het publiek al vaak geshockeerd met onze choquerende exposities.
  • Jullie hebben anderen al herhaaldelijk geshockeerd met jullie radicale denkwijze.