kopseizen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kopseis | kopseisde | heb gekopseisd |
jij, je, u | kopseist | kopseisde | hebt gekopseisd |
hij, zij, het | kopseist | kopseisde | heeft gekopseisd |
wij | kopseizen | kopseisden | hebben gekopseisd |
jullie | kopseizen | kopseisden | hebben gekopseisd |
zij, ze | kopseizen | kopseisden | hebben gekopseisd |
PresensBeta
Example presens sentences for Kopseizen with some of the pronouns.
- Ik kopseis regelmatig tijdens het zwemmen.
- Jij kopseist altijd als je boos bent.
- Hij/Zij/Het kopseist nooit omdat hij/zij bang is om zich te bezeren.
- Wij kopseisen graag op vakantie.
- Jullie kopseisen vaak in het diepe gedeelte van het zwembad.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Kopseizen with some of the pronouns.
- Toen ik jonger was, kopseisde ik elke zomer in het meer.
- Vroeger kopseisden jullie altijd samen in het zwembad.
- Hij/Zij/Het kopseisde gisteren voor het eerst en vond het geweldig.
- Wij kopseiden vroeger altijd op vakantie in Spanje.
- Jullie kopseiden elke maand tijdens de zwemtraining.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Kopseizen with some of the pronouns.
- Ik heb gekopseisd tijdens mijn laatste zwemwedstrijd.
- Jij hebt al eerder gekopseisd in de Noordzee.
- Hij/Zij/Het heeft nog nooit gekopseisd en wil het graag proberen.
- Wij hebben vorige zomer veel gekopseisd in het buitenland.
- Jullie hebben al meerdere keren gekopseisd in dit zwembad.