koketteren

Conjugations List of Koketteren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkoketteerkoketteerdeheb gekoketteerd
jij, je, ukoketteertkoketteerdehebt gekoketteerd
hij, zij, hetkoketteertkoketteerdeheeft gekoketteerd
wijkoketterenkoketteerdenhebben gekoketteerd
julliekoketterenkoketteerdenhebben gekoketteerd
zij, zekoketterenkoketteerdenhebben gekoketteerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Koketteren with some of the pronouns.

  • Ik koketteer met mijn nieuwe outfit.
  • Jij koketteert graag met je kookkunsten.
  • Hij/Zij koketteert altijd met zijn/haar kennis.
  • Wij koketteren niet met onze rijkdom.
  • Jullie koketteren te veel met jullie prestaties.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Koketteren with some of the pronouns.

  • Ik koketteerde vroeger vaak met mijn intelligentie.
  • Jij koketteerde gisteren met je nieuwe auto.
  • Hij/Zij koketteerde altijd met zijn/haar sportieve prestaties.
  • Wij koketteerden soms met onze artistieke talenten.
  • Jullie koketteerden regelmatig met jullie populariteit.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Koketteren with some of the pronouns.

  • Ik heb gekoketteerd met mijn succes op het podium.
  • Jij hebt graag gekoketteerd met je luxueuze levensstijl.
  • Hij/Zij heeft altijd gekoketteerd met zijn/haar goede looks.
  • Wij hebben nooit gekoketteerd met onze afkomst.
  • Jullie hebben te veel gekoketteerd met jullie overwinningen.