lamslaan
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | sla lam | sloeg lam | heb lamgeslagen |
jij, je, u | slaat lam | sloeg lam | hebt lamgeslagen |
hij, zij, het | slaat lam | sloeg lam | heeft lamgeslagen |
wij | slaan lam | sloegen lam | hebben lamgeslagen |
jullie | slaan lam | sloegen lam | hebben lamgeslagen |
zij, ze | slaan lam | sloegen lam | hebben lamgeslagen |
PresensBeta
Example presens sentences for Lamslaan with some of the pronouns.
- Ik sla lam.
- Jij slaat lam.
- Hij/Zij/Het slaat lam.
- Wij slaan lam.
- Jullie slaan lam.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Lamslaan with some of the pronouns.
- Ik sloeg lam.
- Jij sloeg lam.
- Hij/Zij/Het sloeg lam.
- Wij sloegen lam.
- Jullie sloegen lam.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Lamslaan with some of the pronouns.
- Ik heb lamgeslagen.
- Jij hebt lamgeslagen.
- Hij/Zij/Het heeft lamgeslagen.
- Wij hebben lamgeslagen.
- Jullie hebben lamgeslagen.