lijsten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | lijst | lijstte | heb gelijst |
jij, je, u | lijst | lijstte | hebt gelijst |
hij, zij, het | lijst | lijstte | heeft gelijst |
wij | lijsten | lijstten | hebben gelijst |
jullie | lijsten | lijstten | hebben gelijst |
zij, ze | lijsten | lijstten | hebben gelijst |
PresensBeta
Example presens sentences for Lijsten with some of the pronouns.
- Ik lijst mijn favoriete boeken op.
- Jij lijst je kunstwerken op.
- Hij/zij/het lijst de foto's in.
- Wij lijsten onze herinneringen op.
- Jullie lijsten de winnaars van het toernooi op.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Lijsten with some of the pronouns.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Lijsten with some of the pronouns.
- Ik heb mijn verzameling postzegels gelijst.
- Jij hebt je diploma ingelijst.
- Hij/zij/het heeft de schilderijen prachtig gelijst.
- Wij hebben de oude foto's mooi ingelijst.
- Jullie hebben de puzzels netjes gelijst.